Snipperbericht 43
EEN LANDSCHAP VAN HERINNERINGEN
Snipperberichten voor landschap-schrijvers
43
De gereedschapskist van de taal-1
Leren over vorm en stijl, vinden van een eigen taal
Schrijven kun je leren door het veel te doen. Door te willen – ik heb nog nooit een schrijver ontmoet voor wie het schrijven niet een heilig moeten is. Door na te denken over vorm, stijl, verhaalopbouw, woordgebruik. Door kritiek op wat je geschreven hebt niet ogenblikkelijk af te wijzen als een vorm van vijandschap. Door gierig te worden met het geven van complimenten aan jezelf. Door te lezen, te lezen, en nog eens te lezen; door complete oeuvres te bestuderen.
Schrijven kun je met vallen en opstaan leren. Vallen – altijd weer gaten schieten in je eigen tekst. Opstaan – het sterke, eigenzinnige, uitzonderlijke in je manier van schrijven zoeken.
Wie het echt wil, vindt de weg, ook al zal hij vele malen struikelen en woestijnen moeten doorkruisen.
Jan Brokken
Taal is het middel waarmee de eigen ervaringen vormgegeven en geordend worden: door middel van de taal wordt je levensverhaal vastgelegd. Als je mensen begeleidt in een cursus levensverhalen schrijven, ontdekken je deelnemers stap voor stap dat de eigen taal er een is tussen vele andere talen. Iedereen heeft een eigen taligheid, eigen woorden en zinnen, eigen uitdrukkingsvaardigheden. Voortdurend vertalen we, van gedachten en beelden naar woorden, van herinneringen naar verhalen, van dialect naar Nederlands, van familietaal naar begrijpelijke taal voor buitenstaanders. Het zoeken en vinden van een persoonlijke taal, het zo precies mogelijk verwoorden van de eigen ervaringen, gevoelens en gedachten, is een proces waarin de verbinding van creativiteit en kunst vanzelfsprekend is. In dit zoekproces naar het gebruik van de taal op een eigen wijze maak je gebruik van de middelen die de literaire kunst tot haar beschikking heeft. De taal is het gereedschap en het materiaal.
De ambitie van je cursisten is zelden zo groot, dat ze een meesterwerk willen produceren en willen toetreden tot het literaire kunstcircuit. De meeste mensen willen geen autobiografie schrijven die gepubliceerd wordt in de Privé-domein-reeks. Nee, zij willen plezier in het schrijven ervaren, het eigen verhaal vertellen aan zichzelf, kinderen of kleinkinderen, zij willen gestimuleerd worden door andere verhalen, op het spoor komen van boeiende literatuur. Sommigen willen de eigen schrijfstijl verbeteren.
Het zoeken naar en het vinden van een persoonlijke taal kan een bevrijding zijn uit de alledaagse taal, die soms door gewoonte vervlakt is.
Stijloefeningen
In de ontdekkingstocht naar een eigen stem en stijl kunnen allerlei schrijfoefeningen ondersteunend zijn. Stijloefeningen kunnen stimuleren bij het vinden van een eigen schrijfstijl. Hoewel de ik-vorm en de tegenwoordige tijd schrijvers helpt zich in de situatie van de herinnering te verplaatsen en terug te gaan in de tijd, is dit niet voor iedereen de meest aangewezen vorm. In de eerste persoon (ik) schrijven is direct en persoonlijk. De tweede persoon (jij) spreekt de lezer direct aan, je betrekt je lezerspubliek daarmee onmiddellijk bij je tekst, bijvoorbeeld in de briefvorm. Schrijven in de derde persoon (hij/zij) creëert meer afstand. Sommige mensen schrijven gemakkelijker over zichzelf in de derde persoon, juist vanwege deze afstand.
Andere stijlmogelijkheden zijn: een verhaal schrijven met alleen maar hele lange zinnen en hetzelfde verhaal schrijven met hele korte zinnetjes; een situatie beschrijven met een overvloed aan bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden en daarna de situatie beschrijven zonder een enkel bijvoeglijk naamwoord. Mogelijkheden voor stijloefeningen zijn oneindig. Raymond Queneau geeft in zijn klassieke Stijloefeningen inspiratie genoeg.
Imitatie-oefeningen
Imitatie-oefeningen horen er ook bij: schrijf je verhaal in de stijl van…, bouw je tekst op dezelfde wijze op als…
Het proberen en ervaren van het effect van dit soort oefeningen op het eigen schrijven brengt je op nieuwe sporen, laat je ontdekken wat je goed kunt, wat bij je past en wat juist niet.
Bij het schrijven van fragmenten uit het eigen levensverhaal werk je met de middelen die de taal en dus ook de literatuur ons ter beschikking stelt. Voor levensverhaalschrijvers is het leerzaam en stimulerend om expliciet met deze middelen geconfronteerd te worden. Het schrijversvak kent eigen wetten en technieken en deze kunnen bewust in oefensituaties aangeboden worden.
Vorm- en genre-oefeningen
Zo zijn ook vorm- en genre-oefeningen mogelijk: teksten schrijven binnen vaste vormregels, zoals het werken met herhalingen, klank, ritme, rijm en lengte van zinnen. Alles is mogelijk. De poëzie kan verkend worden door oefeningen met dichtvormen als kwatrijnen, sonnetten, rondelen, haiku, elfen, pantoemen en vrije versvormen.
Het lijkt niet voor de hand liggend, gedichten schrijven voor mensen die hun levensverhaal willen vastleggen, maar vergis je niet. Het oefenen met schrijven in een kader met regels leert je een heleboel over je eigen taalmogelijkheden, juist omdát je anders moet formuleren en nadenken over wat je wilt vertellen.
Een dame woonde in Maastricht
had een flat met een mooi vergezicht
ze zag grote velden
maar mensen zelden
daarom hield ze haar blik naar binnen gericht.
Finy Stevens
Een dame bekwaam in het schrijven
liet het hier alleen niet bij blijven
zij schreef op papier
‘creatief schrijven hier
kom leer ook die kunst te bedrijven’.
Gré Schot-Tamminga
Ouder worden wil k niet
Ik ga de jaren stoppen
Ben ik daarom nu kierewiet?
Waar zal ik aan gaan kloppen?
Ik ga de jaren stopen
Ik ben al veel te laat!
Waar zal ik aan gaan kloppen?
‘k Heb al genoeg verpraat
Ik ben al veel te laat!
Mijn rimpels zijn veelvuldig
‘k Heb al genoeg verpraat
Ik voel me aardig schuldig
Mijn rimpels zijn veelvuldig
Mijn haar behoorlijk grijs
Ik voel me aardig schuldig
Stop nu tot elke prijs
Mijn haar behoorlijk grijs
En bovendien slijtage
Stop nu tot elke prijs
Hoe staat het met vrijage?
En bovendien slijtage
Ben ik daarom kierewiet?
Hoe staat het met vrijage?
Ouder worden wil ik niet
Hortense Quys
vriendschap
wij waren echte boezemvriendinnen
die kletsten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat
wij trokken ons niets aan van goeie rad
wij waren echte boezemvriendinnen
wij raakten zelden uitgepraat
wij maakten indrukwekkende zinnen
wij waren echte boezemvriendinnen
die kletsten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat
Finy Stevens
Het verschil tussen proza en poëzie kan aandachtspunt zijn en ook dramateksten kunnen op de lijst van te oefenen tekstsoorten voorkomen. Er zijn deelnemers die, geïnspireerd door deze vormoefeningen, besluiten hun levensverhaal op rijm te schrijven, in een balladevorm of in limericks. Ook verhalenschrijvers ontwikkelen echter een rijker taalgebruik door het experimenteren met de vorm. Soms leiden juist deze oefeningen op een heel verrassende wijze tot nieuwe inzichten of andere perspectieven over de eigen geschiedenis.
Techniek van het schrijven van verhalen
Er zijn genoeg mogelijkheden als je je technische taalvaardigheden wilt verbeteren. Als docent, en ook als thuisschrijver, kun je een greep doen in de gereedschapskist van de schrijver. Of als je wilt, meer leren over het schrijven van verhalen. Een greep:
Persoons- of personagebeschrijving: Over wie gaat het verhaal? Hoe beschrijf je personen zodanig, dat ze voor de lezer gaan leven? Wat vertel je wel en wat niet? Hoe beschrijf je personen zó, dat hun motieven, hun drijfveren duidelijk worden? Personen of personages zijn in je levensverhaal natuurlijk van groot belang. Zelf ben je waarschijnlijk de hoofdpersoon.
Ruimte- of decorbeschrijving: waar speelt jouw verhaal zich af? De plaats, de achtergrond wartegen het verhaal zich afspeelt, kan een belangrijke rol spelen in het verhaal. Ook de omgeving, het landschap, de atmosfeer en de sfeer worden hiermee bedoeld. Speelt je verhaal zich af op het platteland of in de stad? Hoe kun je in een verhaal deze ruimte beschrijven zodat de personages erin passen?
Tijd: Wanneer speelt je verhaal zich af? Op welke manier maak je duidelijk in welke tijd het verhaal speelt? Een situatie kan in de vooroorlogse tijd een heel andere kleur hebben dan in de naoorlogse dagen. En ook: wat is het tijdsverloop in het verhaal? In je verhaal chronologisch opgebouwd, welke andere mogelijkheden zijn er? Wat draagt het schrijven in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd bij aan de levendigheid van het verhaal?
Verhaalgegeven of plot: Waarover gaat het verhaal precies? Niet alleen het thema of onderwerp speelt hier een rol, maar ook de manier waarop gebeurtenissen in het verhaal genoemd zijn. Is er een bepaald probleem dat centraal staat, heb je een rode draad, gebeurt er iets verrassends, hoe is het verhaal opgebouwd? Hoe is de samenhang tussen de gebeurtenissen, de personen en het decor?
Spanning: Hoe bouw je het verhaal zo op, dat de lezer nieuwsgierig blijft naar het vervolg? Op welke manier kun je in een verhaal spanning aanbrengen?
Dialoog – monoloog: Maak je gebruik van dialogen en monologen in je verhaal? Hoe schrijf je een levendige dialoog?
Gezichtspunt of vertelperspectief: Wie vertelt het verhaal en hoe wordt dat aan de lezer duidelijk gemaakt? Ben jij het zelf als ik-figuur die vertelt? Hoeveel wil je als schrijver dat de lezer ziet?
Een aantal boeken die je kunnen helpen:
Damon Knight: Hoe schrijf ik een goed verhaal? Bewerking: Fons Eickholt en Lidy Gijsen. Het Spectrum, Utrecht, 1985
Per Groen m.m.v. Lodewijk Ouwens: Van idee tot verhaal. Basiscursus proza schrijven. Cursistenboek. Bekadidact, Baarn, 1990
Per Groen m.m.v. Lodewijk Ouwens: Van idee tot verhaal. Basiscursus proza schrijven. Docentenboek. Bekadidact, Baarn, 1990’
Inez van Eijk en Egbert Warries: Eekhoorntje op lange weg. Over het schrijven van verhalen en ander proza. Contact, Amsterdam, 1999
Bert Jansen en Pim Wiersinga: Het prozaboek. Meulenhoff/Stichting Schrijven, Amsterdam, 2000
Cees van der Pluijm: Schrijven van gedichten en verhalen. L. J. Veen, Amsterdam, 2003
Jan Brokken: De wil en de weg. Over het schrijven van romans en verhalen. Augustus, Amsterdam, 2006
Hoe meer variatie, hoe beter.
De aandacht die je besteedt aan technische aspecten van verhalen schrijven in een schrijfgroep, wordt meestal dankbaar aanvaard. Want ook al willen de meeste mensen geen literair meesterwerk produceren, zij zijn vaak heel leergierig, zeker als het gaat om het verbeteren van hun eigen schrijfstijl en het mooier maken van hun verhalen. In het levensverhaal is de schrijfstijl als aspect van een persoonlijke stijl wezenlijker dan de manier waarop het stuk gecomponeerd is of het aantal fouten tegen de grammatica. Mensen die hun eigen levensverhalen willen vastleggen, hebben iets te vertellen. Zij proberen datgene wat hun verhaal zo uniek maakt, in woorden te vangen. Eigenheid en uniciteit is wat autobiografieën interessant, boeiend en leerzaam maakt, dus het gaat erom die eigenheid te vinden. Vertel je wat jou werkelijk bezig houdt in je eigen geschiedenis, ken je je eigen rode draad, ben je op zoek naar een antwoord op een vraag voor jezelf. Die eigenheid komt tot uitdrukking in je schrijfstijl. Compact of wijdlopig, lange of korte zinnen, veel of weinig tierlantijnen, het is je eigen stijl die je kunt leren kennen en waar je iets aan kunt toevoegen, doordat je er meer over leert en weet.
José Franssen
6 september 2017