Snipperbericht 42

Wat ik in de kranten las

‘Het heeft wel even geduurd voordat ik mijn ouders ging begrijpen. De kunst – ik zei het al – is mijn redding geweest. Alles waar ik boos om was, al die belemmeringen, bleken in dit vakgebied diamanten en parels te zijn. In elk ander beroep zou het niets anders dan een koffer vol stront zijn geweest, stinkende bagage die ik voor altijd met me mee zou moeten blijven zeulen. En ik had nou net het ene kiertje gevonden – een glimp door het dakraam van mijn kinderkamer – dat me liet zien hoe ik van lelijke dingen iets moois kon maken. Niks is wat het is. Je kunt de wereld veranderen, verbeteren. Door theatersolo’s en toneelstukken te schrijven, wist ik mijn moeilijke jaren in Beijum een plaats te geven. Door mijn vader en moeder als verzonnen personages in mijn boek op te voeren kon ik voor mezelf een beter beeld vormen van hun geschiedenis. Ze hebben mij niet veel verteld over hun jaren in Vietnam of over die tocht in het bootje op zee.(…)Het enige element dat zuiver autobiografisch is in Duizend Vaders gaat over het gevoel dat het kleine meisje heeft om opgesloten te zitten. Ik heb, net als Nhung in het boek, door een eigen wereld te scheppen een weg naar buiten gevonden. Ik heb dingen die in mijn leven speelden gebruikt, uitvergroot, de grens tussen waarheid en verzinsel weggepoetst en daarmee een nieuwe werkelijkheid gecreëerd.Sommige scènes – bijvoorbeeld die waarin het moederpersonage een zelfmoordpoging doet – voelden zo echt dat ik na het schrijven zat te trillen achter mijn kop thee.Het boek is een eerlijke leugen. Een kunstwerkje. Tegen mijn vader heb ik gezegd: “Er zijn twee soorten boeken: fictie en non fictie. Dit valt onder fictie.” ’Nhung Dam In: Mijn boek is een eerlijke leugen. Interview van Arjan Visser met Nhung Dam naar aanleiding van haar roman Duizend vaders in Trouw, 29 april 2017

Mijn krantenartikelenarchiefAch, ik denk er af en toe nog aan, aan mijn krantenartikelenarchief. Twee maanden geleden heb ik het weggegooid: minstens een meter hoge stapel uitgeknipte krantenartikelen en recensies over autobiografieën en andere aan levensverhalen verwante teksten. Alles bewaarde ik, vanaf het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw. Meer dan 45 jaar boekrecensies! Alle boekenbijlages las ik, week in week uit en als ik achter lag in vakanties de stapel kranten die zich had opgehoopt. O, ik vond het heerlijk hoor, met een kop thee mijn krantjes doorpluizen, artikeltjes netjes uitknippen en in de daarvoor bestemde mapjes doen. Het was ontspannend. Ik vond en vind het leuk en boeiend om te lezen over boeken, cultuur en literatuur. En al die jaren dacht ik er nog iets mee te doen, later. Ik wilde mooie citaten zoeken in de teksten. Ik wilde een vergelijkend onderzoek doen over de manier van recenseren van autobiografieën. Ik wilde een essay schrijven over de langzaam veranderende opvattingen over autobiografisch schrijven en levensverhalen. In de jaren 70 waren er genoeg recensenten en auteurs die hun dedain over de autobiografie in bloemrijke taal uitdrukten – dat veranderde langzaam maar zeker, zoals ook het genre zelf veranderde en vele vormen aannam. Ik wilde… ideeën had ik altijd al genoeg, tijd niet. Ik heb nog een tijdje gedacht dat ik iemand blij zou kunnen maken met mijn knipsels, maar ik realiseerde me ook dat er zoveel veranderd is in het digitale tijdperk. Het wonderlijke is, dat mijn mappen me begonnen te storen. En op een goede dag, midden in de opruimwoede die al langer met mij meegaat, besloot ik dat alles weg kon. Ik wil nu niet meer zoveel plannen hebben, ik wil het vooral rustiger hebben. Ik wil mijn werk doorgeven en dan andere dingen doen, die ik ook altijd al zo graag wilde. Niet meer, maar minder en anders dus. Een nieuwe levensfase, denk ik zo. Zo ruim ik stap voor stap mijn zolder, mijn kamers, mijn boekenkasten en mijzelf wat leger, overzichtelijker en klaar voor een nieuwe toekomst. Het gaat allemaal geleidelijk en soms is er ineens een werkelijke punt. Geen archief meer dus.Maar ik lees nog steeds mijn kranten, vind weer opnieuw mooie uitspraken en citaten:

Mijn eigen geschiedenis, maar dan verzonnenMichael Chabon schreef een autobiografische roman vol feiten én fictie. Hij vertelt er over in een interview:

‘Ik ging zitten en er schoot me plots een familieverhaal te binnen. Zo’n anekdote die vaak op verjaardagen wordt verteld. Over een oudoom, mijn opa’s broer, die werd ontslagen bij een bedrijf dat kantoorartikelen verkocht om plek te maken op de loonlijst voor Alger Hiss; die beruchte overheidsfunctionaris was in 1954 vrijgekomen na veroordeeld te zijn voor spionage door de communisten.’De beginscène van uw boek. Dat is dus echt gebeurd.‘Nou, zo is het mij verteld. Het is me altijd bijgebleven, omdat mijn familieverleden hier de Amerikaanse geschiedenis kruist. De schokgolf van de Koude Oorlog en het tijdperk-McCarthy trok door mijn familiegeschiedenis. Enfin, ik begon die anekdote uit te schrijven. Ik veranderde al snel ‘mijn oudoom’ in ‘mijn grootvader’, zodat het meer míjn verhaal werd. Op dat moment betrad ik het rijk der fictie. En ik ging verder: dat hij bij dat ontslag alle zelfbeheersing verliest, zijn baas aanvliegt, de gevangenis in moet. Dat is nooit gebeurd. Dat personage – mijn grootvader – werd een fictieve figuur.Ik belde mijn achternicht, maar ze kende dat verhaal niet. Dus: waar had ik het dán vandaan? Mijn moeder bevestigde het weer wel. Die had het van mijn opa. Dacht ze. Ik realiseerde me dat ik nooit achter de waarheid kon komen.’Besloot u toen maar er een autobiografie van te maken?‘Nee, maar ik wist toen wel wat het thema moest worden. Hoe waarheid wordt geconstrueerd in familieverhalen. Hoe herinneringen zich verhouden tot de waarheid.’(…) Het is een roman. Maar belangrijker: echte authenticiteit bestaat niet. Ook niet in non-fictie. Het is onvermijdelijk dat je door je herinneringen wordt misleid, zelfs al heb je de beste bedoelingen.’ In: 't Zijn rare tijden om Joods te zijn. Interview van Joris Belgers met Michael Chabon naar aanleiding van zijn roman Maangloed in Trouw, 15 april 2017

‘Ken uzelf’ – daar geloof ik niet inOver herinneringen en verbeelding vertelt ook de Franse schrijfster Annie Ernaux in een interview naar aanleiding van haar nieuwe boek Meisjesherinneringen. Ik ken haar als schrijfster al tientallen jaren en een onuitwisbare indruk op mij maakte destijds haar boek De plek op mij, dat gaat over haar vader en over de wereld waarin zij opgroeide, en over het grote verschil met de wereld waarin zij terecht kwam toen ze uit het dorp en het arbeidersmilieu weg ging om te studeren en docente te worden. Toen ik dat boek las, wist ik meteen dat het ook over mij ging. Kaal en precies vertelde ze. De tijd, het vasthouden en terugvinden van de voorbije tijd is een van haar grote thema’s. Ze schreef veel autobiografische boeken en over haar nieuwe boek zegt ze dat het de ‘ontbrekende tekst’ was in haar werk.Annie Ernaux in het interview:

‘Voor mij staan herinnering en verbeelding tegenover elkaar. Toen ik begon te schrijven baseerde ik me niet op mijn verbeelding, ik verzon geen verhaal. Herinnering is voor mij materiaal, een manier om kennis te verwerven. Dat moet zich weerspiegelen in mijn manier van schrijven.Mijn herinneringen zijn verbonden met specifieke omstandigheden. Ik kom uit een arbeidersmilieu, met ouders die zich opwerkten tot kleine zelfstandigen en me begeleidden toen ik een goede leerling bleek te zijn. Later belandde ik in een wereld waar de levenswijze, de taal en de waarden heel anders waren. Daaruit stamt de schaamte, die sterk verbonden is met mijn schrijverschap.’(…)In ‘Meisjesherinneringen’ is er een ‘ik’ en een ‘zij’, waarom die perspectiefwisseling?Ik heb de titel van het boek niet persoonlijk willen maken, het zijn niet de herinneringen van een specifiek meisje. We zijn in een collectief. De ‘ik’ is de vrouw van nu die schrijft, de ‘zij’ is het meisje dat haar leven leeft. Het gaat erom te schrijven vanuit een onderdompeling, alsof er geen toekomst is. Ik wil niet weten wat er daarna gebeurt. Maar ik bekijk ieder beeld van haar, beeld voor beeld. Wat verwacht ze eigenlijk als ze naar die fuiven gaat en haar haar losmaakt? Ik ben haar en zij is mij, en tegelijkertijd is dat bedrog. Je kunt nu eenmaal niet echt aanhaken bij degene die je veertig jaar geleden was.’(…) Gaat het bij schrijven om zelfkennis?‘Nee, je kunt wel proberen om jezelf te leren kennen, maar het ‘ik’ is onuitputtelijk. ‘Ken uzelf’ – daar geloof ik niet in. Het gaat erom te behouden wat er heeft bestaan, wat er is beleefd. Wat ik heb meegemaakt is mijn verhaal, maar tegelijkertijd is het onderdeel van al wat menselijk is. Precies dat moet je proberen te begrijpen en te behouden.’ In: Ik schrijf alsof er geen toekomst is. Interview van Margot Dijkgraaf met Annie Ernaux naar aanleiding van haar boek Meisjesherinneringen in NRC Handelsblad, 14 april 2017

Echt contact is niet de bedoelingEn dan een paar uitspraken van Connie Palmen, die ter gelegenheid van de Boekenweek heel wat vragen van interviewers in alle mogelijke kranten en tijdschriften beantwoordde:

Als we al uw interviews hier op tafel leggen, kunnen we dan de echte Connie Palmen boetseren?Voor het grootste deel. Toch zijn het alleen vrienden en de mannen in mijn leven die een andere Connie kennen. Een van mijn bundels heet Echt contact is niet de bedoeling, dat besef heb ik met interviews. Het is niet de bedoeling dat lezers me intiem leren kennen. Tot op zekere hoogte schuw ik dat niet. Ik gebruik autobiografische elementen in mijn boeken en toch blijft het steeds een personage. Naar buiten toe presenteer ik een personage. Met een bepaalde mate van echtheid, jazeker. Niet omdat ik bang ben om domme uitspraken te doen die mijn ware aard zouden verraden, want je ware aard is volgens mij ook maar een constructie. De waarheid van een persoon bestaat niet. Met elke nieuwe liefde en nieuwe vriendschap wordt iets anders in je naar boven gehaald.’ In: Leven van de pen en de liefde. Interview van Ruud Maas met Connie Palmen, naar aanleiding van het boekenweekessay De zonde van de vrouw en haar verzamelde essays Het drama van de afhankelijkheid in De Limburger, 25 maart 2017

Haar uitspraken vind ik intrigerend en uitdagend, zeker als ik ze afzet tegen de boeken die ik van haar las (vele). Stof tot nadenken, ook om te gebruiken in schrijfgroepen of leesgroepen. Je kunt er je eigen visie aan slijpen:

‘Als je schrijft zoals ik, in wat ik noem autobiografische stijl, dan weet je dat lezers de hoofdpersoon gemakkelijk identificeren met mij als persoon. Dus hanteer ik, zodra ik het publieke domein betreed, of dat nu in een interview is of op de televisie of in de theaters waar ik lezingen geef, diezelfde autobiografische stijl.’Betekent dat dat je meerdere persoonlijkheden hebt?‘Nee, het is één persoonlijkheid, maar een deel ervan is als het ware beheerd karakter. Niet een gespeeld karakter, wel een beteugeld karakter. Een beheerd merk; een beheerd imago.’Dat beheren van het imago is overigens niet iets wat alleen beroemdheden doen. In haar essaybundel schrijft Palmen dat er een existentiële overeenkomst is tussen het werk van de schrijver en het werk dat iedereen in zijn leven verricht: ‘We maken van onszelf een karakter, we leven als personage in een verhaal.’ Palmen: ‘Het gebeurt ook in een dorp, je krijgt een naam, er wordt goed of slecht over je gesproken. Maar als je beroemd wordt, is dat dorp het land. En als het nog extremer is, de wereld. Voor Michael Jackson of Amy Winehouse was het dorp de wereld, en dan krijgt roem beangstigende trekken. Dan moet je je er sterk van bewust zijn dat je het publieke deel van je persoonlijkheid zorgvuldig moet beheren.’(…)Je hebt nog nooit een Privé-domeindeel gemaakt; heeft dat ook met dat imagobeheer te maken?‘Laat Peter Nijssen me nou net deze week gevraagd hebben. Ik weet het nog niet. Ik denk er tóch over. Maar ook daar zou ik met het autobiografische willen spelen, het als onderwerp nemen. In mijn notitieboekjes staan voornamelijk ideeën voor boeken. En dagboeken houd ik niet bij – ja vroeger wel, maar ik sta steeds op het punt ze te verbranden omdat ik er niet aan moet denken dat iemand ze ooit zou lezen. Ik houd van de autobiografische stijl als literair middel, maar niet van autobiografisch schrijven: dat staat me enorm tegen. Het gaat om het verhaal.’(…) ‘Ik heb het altijd wel lekker gevonden om essays te schrijven, zeker na een roman. Het is een andere manier van schrijven en een andere manier van denken. Je probeert op een analytische manier een onderwerp te benaderen, waar je in een roman meer bezig bet onverwachte verbintenissen te leggen.’Welke vorm is waarachtiger, echter?‘Met dat soort termen kun je de roman noch het essay benaderen. Het zijn allemaal gemaakte dingen. In Het geluk van de eenzaamheid probeer ik dat fictiebegrip een beetje weg te trekken uit die tegenstelling “verzonnen werkelijkheid” tegenover “waarheid”. Fictie is óók een waar iets. Het is niet per se het verzonnene of het onechte. Fictie maakt zo’n groot deel uit van ons leven. En niet omdat het onecht is, maar omdat het een gemaakt iets is. Een bedacht, gemaakt, ongrijpbaar iets. In een essay beloof je de lezer een ontdekkingstocht en zeg je ook wát je aan het ontdekken bent. In een roman toon je wat je ontdekt, of liever gezegd: dat laat je een personage doen. Maar altijd zit in de roman ook de reflectie dat het de gemaakte werkelijkheid is.’ In: In het theater van de roem. Interview van Sanne de Wilde met Connie Palmen naar aanleiding van hert boekenweekessay De zonde van de vrouw en haar verzamelde essays Het drama van de afhankelijkheid in De Volkskrant, 18 maart 2017

Om te lezen en te herlezen! En heel wat ingewikkelder dan de uitspraak van Christine Otten:

‘Het woord waarheid wordt vaak overschat. Al de verhalen over mijn leven zijn gekleurd. Mijn broer zal je waarschijnlijk iets heel anders over vroeger vertellen. Waarachtigheid is een veel betere term. Waarachtigheid impliceert integriteit: je doet je uiterste best om een zo getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid te maken.’ In: Tien geboden. Interview van Arjan Visser met Christine Otten: Kunst is iets maken dat er al is. In Trouw, 18 maart 2017

Tot zover nu. Heel af en toe bewaar ik nu nog een recensie die ik in het boek stop. En een paar van de prachtige dingen die ik las zijn door in dit bericht bij jullie gekomen. Veel lees en herleesplezier!

José Franssen(4-5-2017)