Leren van zorgen voor

Nu mijn moeder er niet meer is, nu mijn zorgtaak er op zit, kan ik terugblikken. Hoe heb ik het toch gedaan, al die lange jaren? Hoe overleefde ik? Hoe bleef ik ook voor mijzelf zorgen, zodat de balans niet topzwaar werd naar één kant? Dat onderzoek ik nu. Eén ding is duidelijk: ik was niet alleen. Dat alleen al troostte me: er zijn zoveel dochters en zonen die voor hun vaders en moeders zorgen, zoveel partner die er zijn voor hun geliefden. Met zijn allen zijn we een enorm leger van zorgenden, geweldig.

Maar dat was voor mij niet genoeg. Toen ik wist dat mijn moeder leed aan de ziekte van Alzheimer, besefte ik maar al te goed, dat het lang kon duren en dat het zwaar zou worden. En zo was het maar net. Ik besloot met hart en ziel om er voor haar te zijn, maar ik besloot ook mijn grenzen zo goed mogelijk te bewaken én ik besloot er van te leren. Ik zou niet gekozen hebben voor de ingewikkelde taken die op mijn pad kwamen als mantelzorger, maar nu ik er opeens een wás, wilde ik er wel uit halen wat er in zat. Niet alleen voor mijn moeder: ik hoopte dat ze zich daardoor minder alleen zou voelen. Maar ook voor mijzelf: ik wilde er van leren, ik wilde dat het een uitdaging zou zijn. Ik las alles wat los en vast zat over de ziekte van Alzheimer en ik besloot mee te bewegen met de gevolgen ervan. Ik wilde niet teveel treuren over de verliezen, het ene verlies na het andere en dat jarenlang. Ik nam me voor vooral te blijven profiteren van wat overbleef. Het werd een uitdaging om telkens weer te zoeken naar wat wél nog kon, hoe we konden genieten van het leven van alledag, samen. We fietsten in het begin nog veel, we wandelden zo lang het kon, ik ging ontelbare keren met mijn moeder naar en langs de Maas. Ik maakte foto’s om de dag te bewaren, zodat we er ’s avonds nog een keer van konden genieten. Mijn fotoproject werd vanzelf een schoonheidsproject: we genoten volop van mooie bloemen, boten en beesten, luchten en zon, maar ook van kunst in musea en galerietjes. We bekeken eindeloos oude foto’s met ribbelrandjes en ik tekende mijn moeders levensverhaal op in een levensboek. Zo leerde ik haar beter kennen. het schrijven hielp me om afstand te nemen en om moeilijke momenten te verwerken en een plaats te geven. We kookten en aten samen met servetten en wijn, we bezochten vriendinnen en kregen bezoek, we gingen naar de kapper, kochten kleren, en we leefden zo lang het maar kon het gewone leven van alledag. Dat werd steeds spannender en moeilijker, maar het was de moeite waard. Nu ik terugkijk zie ik pas hoe groot mijn ‘project’ was en hoeveel ik ervan geleerd heb. Daarover wil ik u berichten.

Gepubliceerd in: Zorgbelang, Gezond lijfblad voor alle Limburgers, nummer 1, 2014