Ik verveel me nooit

Er zijn mensen die niet weten wat ze moeten doen als ze bij hun dementerende ouder op bezoek zijn. Ik begrijp dat niet. Vanaf het moment dat ik mijn moeder zie, heb ik het druk! Een enkele keer kan ik rustig een koffie drinken in de huiskamer van de verpleegafdeling, maar vaak staat mijn moeder onmiddellijk op. 'Kom', zegt ze dan, 'kom, we gaan…' Soms loopt ze in de gangen te dwalen. Dan barst ze soms in huilen uit als ze me ziet. In mijn moeders kamer drinken we thee, zetten de bloemen in het water en ruimen de kleren op die ik heb meegebracht. Uit mijn grote tas op wielen komt ook soep, wijn, brood en wat lekkers. Samen zijn we in de weer. Het is gezellig. Maar het is ook rommelig, ik moet op alles tegelijk letten en elke handeling van mijn moeder begeleiden. Ik laat haar helpen voor zover ze dat nog kan en ik beantwoord haar oneindige stroom van vragen. Waar we hier eigenlijk zijn? Waarom zij hier moet wonen. Omdat je de ziekte van Alzheimer hebt, vertel ik voor de miljoenste keer. 'O ja,' zucht ze, want tegenwoordig loopt ze zó vaak aan tegen al haar verliezen, dat ze er niet meer omheen kan dat het niet meer in orde is in haar hoofd. 'Het wordt steeds leger daarbinnen.'

De taal is aangevreten door de ziekte, maar omdat ik consequent ga voor wat er nog wél is, hebben we toch nog hele gesprekken, ook al gaan ze in eindeloze herhalingsrondes over precies hetzelfde. Dat ze hier niet graag woont. Dat er veel te weinig te doen is. Dat ze naar huis wil. Gelukkig zijn er ook momenten van ontspanning en is er van alles te genieten: we kijken naar concerten van André Rieu, we zingen liedjes van vroeger en we doen gymoefeningen, terwijl we allebei op een stoeltje tegenover elkaar zitten. Soms vullen we een puzzel in. We praten over vroeger, kijken in het boek met haar levensverhaal of ik lees voor. We maken het bed op, zetten alle spullen weer op hun plek, verzorgen de plantjes op balkon en voor het raam. We wandelen naar de Maas of drinken koffie in de stad. We gaan naar de kapper of naar de winkel in de buurt. Met alle heel gewone activiteiten van een dag heb ik het zo druk als de baas van een klein fabriekje. Als ik weer naar huis ga ben ik blij dat ik in de trein kan zitten en even niets hoef te doen.

Gepubliceerd in: Zorgbelang, Gezond lijfblad voor alle Limburgers, nummer 4, 2011