Aanraken

Het wordt steeds moeilijker om via de woorden te communiceren met mijn moeder. Ze wil iets zeggen, neemt een aanloop en dan zíe ik bijna hoe het stokt in haar hoofd. De woorden blijven hangen voor een afgrond en ze kan de overkant niet bereiken. Ze wéét wat ze wil zeggen, maar er komt alleen gebrabbel uit haar mond, of woorden die niet kloppen. Vaak irriteert het haar, soms barst ze in tranen uit en af en toe kunnen we er om lachen. Er wil iets gezegd worden, ik luister met aandacht en intuïtie, maar de boodschap kan niet geformuleerd en ook niet ontvangen worden.

We houden ons vast aan onze rituelen, de dingen van de dag die we al jaar in jaar uit oefenen. Ik weet hoe belangrijk de zintuigen nu zijn. Maar de ogen zien soms dingen die er niet zijn. De hersenen kunnen uit de beelden die binnenkomen geen verhaal meer maken. En ook de toch al dove oren slagen er niet meer in te horen. Dus gaat het nu om voelen: aanraken, vasthouden en strelen is de boodschap. Dat doe ik inmiddels vol overgave. Mijn moeder heeft het niet geleerd. In het weeshuis waar ze opgroeide mocht niet aangeraakt worden. Later was ze een doortastende moeder, die vond dat baby’s in hun bedje moesten liggen, kleuters zichzelf in de box bezig moesten houden en kinderen een klapzoen kregen als ze een gat in hun knie hadden. “Zo! Een kusje en het is over.” Strelen, elkaar teder vasthouden, knuffelen en zoenen… ik heb het niet van haar.

Het is langzaam ontstaan en gegroeid. Stapje voor stapje heb ik geoefend en geprobeerd en eenvoudigweg gedáán, want veel aanraking begon uit noodzaak. Wie anders waste haar billen als het nodig was, wie kreeg mijn zorgweigerende moeder onder de douche, wie zorgde voor handen en voeten? Toch is het meer dan dat. Ik sla mijn arm om haar schouder, knuffel haar keer op keer, voel hoe haar hand de mijne zoekt en hou dan die hand stevig vast, ook als we wandelen of in de bus zitten. Ook voor mij is het genieten tijdens veel momenten van aanraking. Ik vind het heerlijk om handen, voeten, lichaam en hoofd te verzorgen, aan te raken, schoon te maken, in te smeren, vast te houden, de oude handen te strelen en in de mijne te houden. Ik weet dat al die momenten niet alleen mijn moeder een gevoel van geborgenheid en thuis bieden, ook voor mij is het geknuffel één grote inhaalactie. En het wordt nog veel meer, weet ik met stellige zekerheid. De taal zal verdwijnen, ogen en oren zullen er niet beter op worden. We hebben nog een hele weg te gaan.

Gepubliceerd in: Zorgbelang, Gezond lijfblad voor alle Limburgers, nummer 1, 2012