Luisteren in je leunstoel. Handboek voorlezen aan ouderen

Iedereen heeft in zijn of haar leven wel eens de magie van het verhaal ervaren. Luisteren naar verhalen hoort bij het leven en zet je aan tot het vertellen van je eigen verhalen. Luisteren naar verhalen die worden voorgelezen heeft nog wat extra's: je gaat eenvoudigweg zitten en het verhaal komt naar je toe. Je bent niet verantwoordelijk, je mag volop consumeren, je kunt achterover leunen en vertrouwen op de competentie van de voorlezer. Voorlezen heeft iets intiems en huiselijks: je ontspant en je verdwijnt voor een moment uit het leven van alledag in de wereld van het woord. Bij het beluisteren en vertellen van verhalen ontstaat een sfeer van saamhorigheid en verbondenheid, zeker wanneer er na het voorlezen in een ongedwongen sfeer wordt nagepraat en wanneer eigen verhalen worden verteld. Het voorlezen leidt op een heel vanzelfsprekende manier naar het delen van eigen ervaringen, naar het vertellen van verhalen.

Hoe doe je dat, voorlezen aan ouderen? Kun je aan iedereen voorlezen? Welke verhalen en gedichten kies je? Hoe voer je een gesprek over het gelezene? Hoe organiseer je voorleesactiviteiten voor ouderen? Hoe vind je goede voorlezers? Hoe geef je samenwerking met de bibliotheek vorm? Luisteren in je leunstoel gaat over voorlezen voor ouderen. Ontspanning, plezier beleven aan een verhaal, genieten van de sfeer, contact van ouderen met medebewoners, familieleden en verzorgenden, daar gaat het om. Voorlezen kan een middel zijn om met elkaar in gesprek te komen en het kan helpen het dagelijks omgaan met ouderen vorm te geven en het isolement van ouderen te doorbreken. In zorgcentra kan het voorlezen, opgenomen in het beleid, een bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg: het eigen (levens)verhaal van de bewoner krijgt een centrale plaats in het zorgplan.

Methodiek van het voorlezen: in Luisteren in je leunstoel zijn alle aspecten van het voorlezen voor ouderen onderzocht en in kaart gebracht. Het voorlezen zelf wordt uitvoerig beschreven en de organisatie van voorlezen als activiteit wordt stap voor stap toegelicht. Het is een uitgebreide handleiding voor voorleesgroepen, waarin het voorlezen zelf, het zoeken naar voorleesteksten en de opzet en organisatie van de voorleesactiviteiten beschreven zijn. Praktische aanwijzingen en veel ervaringen van activiteitenbegeleiders, vrijwilligers en bibliothecarissen maken het boek heel concreet en meteen bruikbaar in de praktijk. Voorleesteksten zijn meteen te gebruiken. Uitgebreide literatuurlijsten en literatuurverwijzingen (in het boek) maken het zoeken naar materiaal gemakkelijker. Er zijn literatuurlijsten van verhalen en gedichten, gerangschikt op thema’s (bijvoorbeeld: bomen, dieren, feesten, de seizoenen, het leven van alledag, stad en land, eten, herinneringen aan vroeger). Deze teksten zijn geselecteerd voor ouderen met een kleine spanningsboog en weinig leeservaring en voor dementerende ouderen. Veel verhalen en gedichten zijn gekozen omdat ze ouderen zullen herinneren aan het leven van vroeger. Ze verleiden tot het vertellen van eigen ervaringen en verhalen. Bij elk thema zijn een aantal teksten opgenomen. Er is ook een algemene literatuurlijst van verhalenbundels en boeken die veel bij het voorlezen gebruikt worden, en er zijn specifieke literatuurlijsten per provincie. De lijsten zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met bibliothecarissen. Daarmee is het boek een schatkist en naslagwerk voor zowel voorlezers, activiteitenbegeleiders, creatief therapeuten en bibliothecarissen als alle anderen die geïnteresseerd zijn in voorlezen aan ouderen. Het is een praktisch handboek voor iedereen die het voorlezen van verhalen en gedichten kan zien als een waardevolle bijdrage aan de kwaliteit van leven van vele ouderen.

José Franssen

Uitgeverij Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2004

ISBN 987 90 313 4134 7

Uitverkocht, niet meer leverbaar