De bloesjes van mijn moeder - 15
Want wij gaan, maar de schoonheid blijf (Joseph Brodsky)
Schoonheid en troost: Het werd een fantastische schrijfdag. 44 mensen schreven bij meegebrachte foto’s en voorwerpen hun eigen schoonheids- en troostherinneringen. Het ging over de betekenis van schoonheid, over troostrituelen, over mensen, plekken, kleding, zakdoeken die troostdoeken werden. We deelden met elkaar onze verhalen.De zon scheen in de bloesjes, ze werden warm. We gaven onze citaten over schoonheid en troost mee.
Schoonheid, die ongrijpbare maîtresse waarvoor de zintuigen knielen, is diep verbonden met het kortstondige, en is nooit ver verwijderd van een lichte droefheid. Waar de droefheid vandaan komt heb ik nooit helemaal begrepen, maar ik vermoed dat zij voortkomt uit een gevoel van naderend verlies. We kunnen het schone niet bezitten, in elk geval niet permanent. (Wole Soyinka)
Troost is onlosmakelijk verbonden met liefde. Schoonheid geeft ons een basis om te doorgronden wat liefde inhoudt. Zonder schoonheid is dat minder gemakkelijk te onderkennen. En daar ligt de rol van de kunst. Kunst als bemiddelaar tussen schoonheid en liefde, met troost als de nagalm daarvan. (…) Liefde in welke vorm dan ook verbindt ons met elkaar en zorgt ervoor dat we ons behaaglijk voelen. Als er niemand om je geeft, wordt het leven ondraaglijk. Liefde betekent wederzijdse zorg, troost, compassie en consideratie. Vandaar dat troost voor mij een integraal onderdeel van de liefde is. (Vladimir Ashkenazy)
(Citaten uit: Wim Kayser: Het boek van de schoonheid en de troost. Uitgeverij Contact, Amsterdam, 2001)