Snipperbericht 9

In een groep werken of individueel

De maandagmorgens zijn omgevlogen. Het begin van mijn levensverhaal is gemaakt en in mijn enthousiasme ben ik zelfs zo ver gegaan dat ik een familiekrant ga uitgeven. Voor mij is het vroegere maandag-wasdag veranderd in maandag-schrijfdag. Maria Peerboom, deelneemster cursus levensverhalen schrijven

In de loop van de jaren heb ik de belangstelling voor levensverhalen en autobiografieën zien groeien. Lieten twintig jaar geleden nogal wat auteurs zich een beetje neerbuigend of zelfs openlijk minachtend uit over de autobiografie als genre, nu is dat anders. Het levensverhaal is meer geaccepteerd en gewaardeerd en af en toe glimlach ik, als een van die auteurs van toen ineens ook een boek geschreven heeft dat een duidelijk autobiografische basis heeft.Niet alleen bij literatoren, maar veel breder is het levensverhaal omarmd. Tegenwoordig kijkt niemand meer op als je vertelt dat je je eigen verhaal opschrijft of dat van een ander. Veel mensen zijn op zoek naar hun eigen verleden. Zij zijn zelf het onderwerp van hun onderzoek. Hún verhaal, hun geschiedenis staat centraal: met belangstelling en overgave diepen ze hun levensverhaal bij stukjes en beetjes op uit de herinnering om het op te schrijven. Natuurlijk kan iedereen gewoon beginnen met het vastleggen van het eigen verhaal. Je kunt het thuis doen, op de tijd die je past en alleen. Er zijn inmiddels boeken en oefeningen genoeg om gericht aan de slag te gaan. Toch zijn er genoeg mensen die een andere keuze maken. Zij willen graag hulp en ondersteuning bij hun zoektocht, ze brengen thuis niet de discipline op om bezig te blijven met het eigen verhaal, ze willen structuur en tijdsdruk en zij schrijven zich in voor een cursus.

Overeenkomsten en verschillen Ik heb een voorkeur voor het werken met mensen in een groep. Dat komt misschien door mijn vormingswerk- en onderwijsverleden, maar dat is het niet alleen. Het werken aan het levensverhaal in een groep biedt méér dan het in je eentje werken aan je verhaal. Je kunt je eigen ervaringen en fragmenten uit je levensverhaal vergelijken met die van anderen. Je kunt herkenning vinden in de verhalen van medegroepsleden en overeenkomsten ontdekken. Je ontdekt dat je ‘niet de enige’ bent: er zijn meer mensen die de oorlog meemaakten, die ziektes overleefden, die kinderen kregen of verloren, die in hun leven blijdschap en geluk meemaakten en die verdriet en onmacht tegenkwamen. Door ervaringen te delen ontdek je ook, dat je ‘niet alleen met alles klaar hoeft te komen’. Het is troostrijk en bevestigend de verhalen van anderen te horen en kennen. In groepen waarin ouderen bij elkaar komen die veel verliezen geleden hebben (wegvallen van geliefden, vrienden, gezondheid en vitaliteit), zijn (nieuwe) gesprekspartners belangrijk. Het is dan niet alleen het optekenen van de eigen verhalen dat van belang is, het gaat ook om het delen van die verhalen en het ontmoeten van luisterende anderen.Naast de overeenkomsten worden ook de verschillen duidelijk. Het eigen verhaal kan ook juist heel anders zijn dan het verhaal van de anderen en dan blijkt de uniciteit van het eigen verhaal. Dit contrast ervaren kan zeer confronterend zijn en het leidt vaak tot nieuwe vragen.

In een groep leer je niet alleen van het schrijven, het voorlezen en het bespreken van je eigen levensverhaal, ook de verhalen van anderen kunnen veel te bieden hebben. Je ziet hoe het óók kan, je herkent emoties, gebeurtenissen en die brengen je weer bij nieuwe herinneringen. De feedback van anderen kan iets toevoegen: anderen zien soms samenhangen die je zelf niet ziet, stellen vragen die je prikkelen om verder onderzoek te doen. Het gesprek met medegroepsleden verrijkt, verhalen worden verder uitgewerkt, genuanceerd, aangevuld en bevraagd. Je ontdekt je eigen schrijfstijl en die van anderen. Al luisterend ontdek je nieuwe manieren om te schrijven, al pratend ontdek je nieuwe verbanden en verklaringen.

Structuur Een cursus helpt je bovendien het eigen verhaal te vínden. Je hoeft niet alles zelf te bedenken, je krijgt nieuwe impulsen, oefeningen worden stap voor stap aangeboden. Een hele serie verhaalfragmenten rond één thema helpt verhalen te nuanceren, te plaatsen in tijd en ruimte en details openen nieuwe deuren in de eigen herinnering. Een cursus structureert en ordent, biedt een kader waarbinnen je aan de slag kunt.

Vertrouwen Door het samen delen van herinneringen en levenservaringen leren mensen in een groep elkaar kennen en er ontstaat een sfeer van vertrouwen. Ik vind dat een van de mooiste aspecten van het werken met eigen verhalen: het gáát altijd ergens over, gesprekken hebben bijna vanzelfsprekend diepgang. Je kunt iets voor anderen betekenen, je wordt verwacht en je wordt gehoord: een groep biedt de ervaring van het erbij horen en geaccepteerd zijn. De ontmoeting, de dialoog die kenmerkend is voor de groepssituatie, verdiept de intensiteit van het werken aan de eigen geschiedenis.

Individueel Er zitten ook nadelen aan het werken in een groep. De cursus moet georganiseerd worden, tijd en plaats van schrijven liggen vast (je moet je kunnen verplaatsen om mee te kunnen doen), het kost geld en het werken in een groep is onveilig voor mensen die hun levensverhaal niet willen delen met onbekenden. Als je het luisteren naar verhalen van anderen of het meedelen van je eigen verhaal aan anderen ervaart als een inbreuk op je privacy, is een cursus misschien niet de beste vorm. En dan kun je beter individueel aan je eigen levensverhaal werken. De 52 oefeningen op mijn site (of andere oefeningen) kunnen heel goed zonder begeleiding gemaakt worden. Belangrijk is dan wel, dat je je zelf de tijd en ruimte gunt om de oefeningen stap voor stap door te werken. Door genoeg tijd te nemen om de herinneringen te laten komen, door te associëren en een tijdje om het verhaal heen te drentelen, kom je tot andere verhalen dan wanneer je het eerste het beste verhaal dat zich aandient meteen gaat opschrijven. Het kan heel behulpzaam zijn, als je je teksten bespreekt met een vertrouwenspersoon: daardoor reflecteer je op de oefening en op je verhaal, en je creëert een mogelijkheid om feedback te krijgen.Voordelen van het individueel werken zijn dat het niet aan plaats gebonden is, dat het altijd kan, in je eigen tempo, op je eigen tijd en dat je privacy gewaarborgd is. Een nadeel van individueel werken kan zijn dat er geen opvang is wanneer emotionele herinneringen boven komen. En wat ik al eerder schreef: veel mensen vinden het moeilijk om de discipline op te brengen om alleen te werken en dat ook vol te houden.

Individueel met ondersteuning Soms is het niet (meer) mogelijk voor mensen om in een groep te functioneren. Of ouderen willen wel heel graag hun verhaal vertellen, maar zij voelen er niets voor (of ze hebben te weinig vaardigheden) om het zelf op te schrijven. Kleinkinderen of kinderen schrijven verhalen op die hun opa’s, oma’s of ouders vertellen. En er zijn tegenwoordig steeds meer mogelijkheden om een levensverhalencoach in te huren die verhalen optekent en zelfs vormgeeft in een boekje. Maar daarmee komen we wat mij betreft op een ander terrein van het werken met levensverhalen: het maken van een levensboek of het schrijven van een biografie. Het opschrijven van het levensverhaal van een ander is een wezenlijk andere activiteit dan het schrijven van je eigen geschiedenis. Ik kom daar nog op terug.

Toen ik aan de cursus begon, had ik weinig voorstelling van wat ik daar kon opsteken. Hoe kon het me helpen mijn lang gekoesterde wens, mijn leven op papier te zetten, te verwezenlijken? Te veel had zich afgespeeld, te complex zat alles in elkaar, te onverwerkt waren mijn ervaringen. Nu, na tien lessen, kan niets me nog weerhouden. De drang tot schrijven is groter dan ooit en ik heb wat handvatten aangereikt gekregen om bewuster te beginnen. Alles is minder verwarrend, lijkt beter uitvoerbaar.Hortense Quys, deelneemster cursus levensverhalen schrijven

Het aanbieden van een cursus De cursusvorm impliceert dat het gaat om een duidelijk gestructureerde activiteit met een begin en een einde. Een cursus is altijd begrensd in de tijd. Een korte cursus van pakweg 6 dagdelen is overzichtelijk. Mensen die ontdekken dat het schrijven van het levensverhaal toch niet hun hoogste prioriteit heeft, of die het delen van de verhalen met elkaar te intiem vinden, kunnen er na de cursus gemakkelijk mee ophouden.

Ik plan altijd minimaal 2 ½ uur werktijd per dagdeel. Dit lange samenzijn is nodig omdat tijd en ruimte wezenlijke voorwaarden zijn om het vertrouwen in elkaar te laten groeien. En natuurlijk moet er in die uren ook een gezond evenwicht zijn tussen werken en pauzeren. Ik plan altijd een ruime pauze. Een echte pauze met even niet schrijven en koffie en thee en wat kletsen. Er is dan tijd om stoom af te blazen en om elkaar op een andere wijze te ontmoeten. Het groepsproces moet ook ruimte krijgen in de informele tijd tussendoor. Het schrijven, het proces, het gaat allemaal gewoon door in de pauze, en misschien nog beter ook, want het verschuift dan even naar het onbewuste: heel goed voor nieuwe creatieve vondsten in de innerlijke koffer vol herinneringen…

In de praktijk heeft elke groep een eigen werktempo. Zelf hou ik van langere cursussen, van zo’n 10 á 12 dagdelen, eens per week of om de veertien dagen. Zo’n langere cursus kan ook goed volgen op een korte cursus of op een workshop. Ook een compacte vorm, een driedaagse of een weekcursus is mogelijk. Voordeel van een compacte cursus is dat mensen elkaar snel leren kennen en dat het intensieve contact slechts geldt voor een beperkte periode. Belangrijk is wel om tijdens een drie- of vijfdaagse cursus voor voldoende ontspanning, pauzes en rustperiodes te zorgen.Als deelnemers na een cursus behoefte hebben om door te gaan met schrijven, kun je bekijken of je een vervolgcursus aanbiedt. Soms gaan mensen ook informeel door in een kleine groep, zonder begeleiding.

Naamgeving Ik noem mijn aanbod altijd workshop of cursus. Het interdisciplinaire karakter van het werken met levensverhalen maakt ook heel andere namen mogelijk, bijvoorbeeld: therapiegroep of bezinningsgroep. En hoewel ik mij bewust ben van therapeutische en zingevende aspecten van het werken met levensverhalen, is mijn keuze voor ‘cursus’ altijd dezelfde gebleven. Een cursus is neutraler dan een hulpverleningsgroep, het woord werkt drempelverlagend voor ouderen. Vaak twijfelen ze toch al over deelname aan een groep. Ze denken soms: ‘Heb ik echt wel iets te vertellen?’, ‘Kan ik het wel op papier krijgen?’ of ‘Ik kan niet mooi genoeg schrijven’. En bij het woord therapie denken ze aan therapeuten ‘die het wel zullen weten of die hen gaan vertellen hoe ze het moeten doen’. En of dat nu een reële inschatting is of niet, het belemmert hen om hun verhalen met anderen te delen. Het aanbod naar ouderen moet volgens mij vooral een beroep doen op wat mensen boeiend en interessant vinden, op wat hen bezig houdt: het willen vertellen van hun eigen verhalen.De naam van de cursus moet verleidingskracht hebben, prikkelen en nieuwsgierig maken. En richting geven. Als je meer accent wilt leggen op het literaire aspect van het levensverhaal, kun je ‘autobiografisch schrijven’ aanbieden, als je een heel laagdrempelige cursus wilt aanbieden in een oude stadswijk, is het handiger om te spreken over ‘levensverhalen’ of ‘verhalen over vroeger’. En: de vlag moet de lading dekken, dus geen ‘vertellen’ in de titel als je mensen wilt laten schrijven.

Ik noemde mijn cursussen in het verleden bijvoorbeeld: Op weg met het eigen levensverhaal - Hoe was dat vroeger? Cursus levensverhalen schrijven - Van vroeger, levensverhalen schrijven voor ouderen - Het eigen levensverhaal in taal - Je eigen levensverhaal in taal, cursus autobiografisch schrijven voor ouderen - Landschap van herinneringen, schrijven van levensverhalen - en ook eenvoudigweg Levensverhalen schrijven.

Andere titels van cursussen:Verhalenderwijs, Verhalen van vroeger en ver - Je eigen levensverhaal schrijven - Schrijf je eigen leven - Mijn leven als verhaal - Je kunt er een boek over schrijven - Schrijven over vroeger

Groepsgrootte Ik vind een groep van tien tot twaalf mensen ideaal. Met kleinere groepen werken kan ook, maar met minder dan acht deelnemers is de variatie in de verhalen kleiner en daarmee worden ook de mogelijkheden tot herkenning beperkter. In een kleine groep is de kans kleiner om mensen te vinden bij wie je je op je gemak voelt. Groepen die meer dan vijftien deelnemers hebben zijn erg groot, omdat er dan teveel verhalen zijn. Toch heb ik ook met heel kleine groepen van vier mensen en met groepen van meer dan vijftien mensen gewerkt. Dat laatste ging vooral goed in een compacte cursus van drie of vijf dagen. De deelnemers werkten dan veel in kleinere groepen, en door het werken in subgroepen was het voor hen toch veilig genoeg om hun verhalen te delen met elkaar. Voor mij als begeleidster was het dan wel moeilijker om iedereen voldoende aandacht te geven.

Onplanbaar Een cursus is van te voren nooit helemaal te plannen: elke cursus verloopt anders, simpelweg omdat de mensen die meedoen, meebepalen hoe de opbouw is en hoe ik werk. Dat maakt het werk ook mooi: het is altijd weer een avontuur.

Tot zover wat gedachten over het werken in een groep. Aanvullingen zijn welkom!

José Franssen (29-3-2013)