Snipperbericht 7

Creativiteit levend houden en voeden

‘Ik begrijp u niet,’ zei Alice. ‘Wat vreselijk verwarrend!’

‘Dat heb je met achteruit leven,’ zei de Koningin vriendelijk, ‘eerst word je daar altijd een beetje duizelig van –‘

‘Achteruit leven!’ herhaalde Alice stomverbaasd. ‘Van zoiets heb ik nog nooit gehoord!’

‘- maar het heeft één groot voordeel: dat je geheugen twee kanten op werkt.’

‘Ik weet zeker dat het mijne maar één kant op werkt,’ merkte Alice op. ‘Ik kan me geen dingen herinneren voor ze gebeuren.’

‘Het is een armzalig soort geheugen dat alleen maar achteruit werkt,’ merkte de Koningin op.

‘Wat voor dingen herinnert u zich het beste?’ waagde Alice te vragen.

‘O, dingen die gebeurd zijn in de week na de volgende,’ antwoordde de Koningin op zorgeloze toon.

In: Lewis Carrol: De avonturen van Alice in Wonderland & Achter de Spiegel. Illustraties van Sir John Tenniel. Uit het Engels vertaald door Nicolaas Matsier. Van Goor, Amsterdam, blz. 191 (Oorspronkelijke uitgaven: 1865 en 1871)

Hoe doe je dat, vroeg Wilma mij een tijdje geleden, en ik citeer haar nu: wat doe jij om je creativiteit als docent gaande te houden of te stimuleren? Kun je voorbeelden geven van successen en missers van (niet) creatief denken tijdens je lesgeven? Kun je voorbeelden geven van successen of missers van (niet) creatief denken van cursisten? Wat zijn je tips om creativiteit in lesgeven te ontwikkelen? Creativiteit definieerde ze als: ‘iets op zodanige wijze scheppen dat gebruik gemaakt wordt van originaliteit en oorspronkelijkheid’. Het gaat bijvoorbeeld om: alle kanten op denken, het doorbreken van ingeslepen patronen door andere verbindingen te leggen en zo een nieuw patroon ontwikkelen. Mooie vragen, en niet alleen voor docenten!

Wat ik doe om mijn eigen creativiteit te bewaren en levend te houden?Vooral lesgeven en schrijven over onderwerpen en thema’s die mij zelf bezig houden. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe invalshoeken. En hoewel ik natuurlijk wel werk met opzetten van lessen die ik eerder gegeven heb, is geen enkele les ooit gelijk. Ik heb niet veel met steeds herhalen van precies hetzelfde, laat mij maar ontwikkelen en uitvinden. Ik zoek altijd weer naar nieuwe voorbeelden en nieuwe teksten, probeer een net weer wat andere invalshoek. Ik wil daarmee voorkomen dat het saai wordt (voor mijzelf!) en meer van hetzelfde. Bovendien kan ik dan ook iets kwijt van de ervaringen die ik net heb verzameld door het lezen van nieuwe boeken of het geraakt worden door iets anders. Ik heb altijd veel en nieuwsgierig gelezen in boeken over creativiteit, kunst en al die andere onderwerpen die mij boeiden. In elke levensfase waren dat andere thema’s. Zo is er bijvoorbeeld een tijd geweest waarin ik alle boeken verslond die gingen over bergbeklimmen, avonturen en overleven op grote hoogte (ik was in die tijd vaak in een huis dat in de Zwitserse bergen stond midden in een gebied waar veel geklommen werd en waarin ik af en toe de rode helikopter zag vliegen, een teken dat het mis was gegaan daarboven!). En er is een periode geweest waarin ik alle reisverhalen las die ik maar te pakken kon krijgen (ik gaf les over het schrijven van reisverhalen en kreeg een opdracht om een themabijlage te maken voor het blad Schrijven). En een tijd waarin ik vooral ontzettend veel kinderboeken las (ik gaf les aan illustratoren van kinderboeken). En in de laatste jaren heb ik alle literatuur gelezen die ik maar kon vinden rond het thema dementie en zorgen voor een ouder. Zo gaat dat al mijn hele leven door!

Wat mij bezighoudt, brengt me in beweging. Op alle mogelijke manieren wil ik in het leven mijzelf steeds weer laten raken en inspireren en daar iets mee doen in mijn werk.Het is een golfbeweging: als ik ergens warm voor loop, kan ik er iets mee. Soms worden het grote liefdes, die me jarenlang bezig houden, soms verdwijnen dingen weer. Het is eigenlijk niet meer dan meebewegen in de stroom van het leven, van mijn eigen nieuwsgierigheid en daarin verder kijken dan mijn neus lang is, leergierig blijven en het nieuwe opzoeken.Daarbij heb ik altijd breed om me heen gekeken, met veel uitstapjes naar de andere kunsten: tentoonstellingen, beelden, foto’s, theater, film, beweging, wat dan ook. Het gaat voor mij bij het voeden van mijn creativiteit dus eigenlijk om de vraag: hoe blijf ik in leven en hoe houd ik mijn levendigheid vast? Het is voor mij net zo belangrijk als ademen, de ontdekkingstochten naar het nieuwe en onbekende. Gelukkig is de wereld zo groot dat er altijd weer heel veel uit te zoeken en te ontdekken is.

Over een les die ik leerdeEen belangrijke les leerde ik als docent in het allereerste jaar dat ik werkte met groepen (ha, ha: in 1979, ik heb pas het verslag erover teruggevonden!) in het vormingswerk. Het was de eerste avond waarop ik werkte met een groep (heel ruige) werkende jongeren die wekelijks in de avonduren naar een cursus/clubavond kwamen. Ik nam de groep over van een collega en op het programma stond: boetseren. Ik nam dus de mij aangereikte klei mee en vertelde dat het de bedoeling was om iets te maken met de klei. Ik had zelf helemaal niets met klei, wist niets over het materiaal en de mogelijkheden (nooit doen dus!). De jongeren vonden het helemaal niks, en de jongens maakten in een hilarische sfeer, de informele leider van de groep volgend, allemaal werken die niets aan de verbeelding overlieten: het waren penissen, in verschillende vormen en maten. Ik was begin 20 en wist me geen raad met de situatie, ik liet het allemaal gebeuren. Aan het einde van de avond kwam de informele leider van de groep naar mij toe en zei: ‘Meisje, dit moet jij NOOIT meer met ons doen!’. Ik reageerde heel eerlijk en dat redde me. Ik vroeg hem en daarna de groep: ‘Oké, dit is dus niet wat jullie leuk vinden, vertel me dan maar wat jullie wel willen.’ Dat werkte, we kregen een mooi gesprek. Ik heb daarna jarenlang met veel plezier leuke dingen gedaan met de groep, die we samen bedachten. De les: denk na over belangstelling, beginsituatie en wereld van de mensen aan wie je lesgeeft. Waar zitten zij, wat willen ze, wat beweegt hen? Daar moet je aanbod bij aansluiten. En: doe dingen waar je iets van weet, die je een beetje kent en die je zelf ook boeiend en interessant vindt.

Zorg voor successen in creatief denken van je cursistenZoals ik voor mijzelf altijd op zoek ben naar het nieuwe, zo probeer ik eigenlijk ook het nieuwe aan te bieden aan anderen. Eigenlijk is lesgeven zorgen voor successen in het creatief denken van je leerlingen. Creativiteit ontwikkelen is voor mij de basis voor al het andere: spelen, cursisten prikkelen, nieuwsgierig maken. En net zoals ik mezelf over de grenzen van het nieuwe heen til vanuit belangstelling of interesse, zo wil ik de nieuwsgierigheid van mijn cursisten wakker maken en houden. Het is een gezamenlijk proces, maar ik moet als docent dat proces vormgeven. Ik ben degene die mijn cursisten iets wil leren, die hen op nieuwe wegen wil verleiden, die het instrumenten en middelen aanreik om hun schrijven te verkennen en uitbreiden. Maar ik leer net zoveel van mijn cursisten als zij van mij. Door hoe zij reageren op mijn aanbod, leer ik, ga ik op zoek naar andere nieuwe dingen, komen nieuwe thema’s in beeld. En: cursisten brengen ook mooie dingen mee en in: hún verhalen, hun betrokkenheid en passie, datgene wat hen inspireerde. Zo rolt de inspiratiebal altijd verder. Creativiteit in lesgeven ontwikkelen betekent voor mij: veel dingen uitproberen, mijn nieuwsgierigheid vormgeven en experimenteren. meestal trouwens met medeweten van mijn groep. Ik kondig het vrolijk aan: vandaag ga ik een experiment doen!

Volg lessen van collega’sCreativiteit wordt gevoed door de inspirerende lessen van anderen! Ik heb veel lessen van collega’s in schrijven gevolgd. Maar ook lessen in vertellen. En cursussen over yoga, over het stimuleren van de verbeeldingskracht, over meditatie, beeldend werken en wat al niet. Daardoor werd ik altijd geraakt. Veel collega-docenten inspireerden mij en ik probeerde hen na te doen, maar dan op mijn eigen manier. Of ik voelde mij niet zo thuis bij een aanpak, deed toch altijd enthousiast mee om het helemaal te ervaren, en bedacht daarna wat ik er wél en wat ik er niet uit zou willen bewaren. Ook op deze manier ontwikkelde ik veel van mijn eigen aanpak en werkwijze. Ik vind het nog steeds een goed uitgangspunt: van elke andere docent kun je leren door mee te doen, te ervaren en reflecteren en daarna je eigen weg verder uit te zetten.

Lees en leer over creativiteit!En natuurlijk lees ik over creativiteit, in het algemeen en over creativiteit in schrijven! Mijn belangstelling voor creatieve processen is oud en ik heb er veel over gelezen en bestudeerd. In de loop van de tijd heb ik geleerd dat het ontwikkelen van je eigen creatieve potentieel de voorwaarde is voor al het andere. Creativiteit, creatief denken, ‘alle kanten op denken’, associëren, het ene met het andere kunnen verbinden: je hebt het allemaal nodig als je iets wilt leren, als je iets wilt verwerken of als je spirituele betekenissen van levensverhalen (of van het leven zelf) wilt onderzoeken. Zoek dus de bron in jezelf, iedereen heeft zo’n hoogstpersoonlijke schatkist vol mogelijkheden, kwaliteiten, potentie en talenten.Ik zal een paar van mijn favoriete boeken noemen, die ik nu zomaar kies uit een verzameling van een meter:

Marilee Zdenek: Intuïtie en Creativiteit. Training van gevoel en fantasie. Vertaald uit het Engels door Toon Pieterse. Bosch & Keuning, Baarn, 1986. Het is inmiddels beslist op onderdelen verouderd, maar het is het eerste boek over creativiteit dat ik las. Het maakte me vreselijk enthousiast en het me verleidde het persoonlijke programma van zes dagen helemaal door te werken. Het verscheen in de tijd waarin het onderzoek naar de twee hersenhelften en hun samenwerking, veel teweeg bracht. En: het programma, dat oude vormen van meditatie verbindt met moderne technieken van ontspanning en beeldspraak, gaat niet alleen over het ontwikkelen van creativiteit, maar ook over het opbouwen van zelfwaardering. Dat klinkt toch nog heel eigentijds.

Julia Cameron: The Artist’s Way. A Course in Discovering and Recovering your Creative Self. Pan Books, London, 1994. Er is een Nederlandse vertaling: The Artist’s Way. Vind je eigen Inspiratie. Vertaald uit het Engels door Gerdie Brongers. Vrij Geestesleven Zeist, 2002. Ook in dit boek een programma om je eigen creativiteit te exploreren in 12 weken. Het is inmiddels een klassieker en velen van jullie zullen het kennen. Er zijn ook variaties op het concept verschenen, bijvoorbeeld: Julia Cameron, Mark Bryan, Catherine Allen: The Artist’s Way at Work. William Morrow and Company, New York, 1998.

Margaret Boden: Creativiteit. Mythen & Mechanismen. Vertaald uit het Engels door Relinde Nefkens. De Haan/Unieboek, Houten, 1991. Een spannend boek rond het raadsel van de creativiteit. De vragen: wat is creativiteit? hoe is creativiteit mogelijk? kan creativiteit wetenschappelijk worden verklaard? staan hierin centraal. Ook dit is inmiddels een verouderd boek, maar ik vond het heel interessant en kan het niet wegdoen.

Sybren Polet: De creatieve factor. Kleine kritiek der creatieve (on)rede. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1993. Ook uit de negentiger jaren. Polet gaat in op de vraag of de mens de taal heeft geschapen of de taal de mens, nadruk dus op het begin van het creatieve proces en de woorden, met ook aandacht voor het zelf en de identiteit.

En dan de hedendaagse bijbel van de creativiteit: Mihaly Csikzentmihalyi: Creativiteit. Over 'flow', schepping en ontdekking. Vertaald door Henk Moerdijk. Boom, Amsterdam, 1998. Ik weet nog dat ik het boek eerst in een práchtige gebonden Duitse vertaling kocht, toen er nog geen Nederlandse was. Ik las het in het Duits. En toen de Nederlandse vertaling kwam, las ik die nog een keer, en de Duitse gaf ik aan mijn Zwitserse vriendin Bernadette. Ik vond het jammer dat op de Nederlandse uitgave zo beknibbeld was met een slappe kaft, kleine letters en teveel tekst op de bladzijden… Maar het is nog steeds een van de boeiendste boeken over wat mensen gelukkig maakt en wat het leven de moeite waard maakt. Het woord flow is inmiddels gemeengoed geworden en de wetenschapper heeft vóór dit boek andere boeken geschreven over flow en creativiteit (bijvoorbeeld De weg naar flow. Vertaald uit het Engels door Henk Moerdijk. Boom, Amsterdam, 1999, en Flow. Psychologie van de optimale ervaring. Vertaald uit het Engels door Henk Moerdijk. Boom, Amsterdam, 1999).

Het ware verhaal over creativiteit is moeilijker en vreemder dan een groot aantal te optimistische werken doet vermoeden. Zo zal ik om te beginnen al aan proberen te tonen dat een idee of product dat het etiket ‘creatief’ verdient, niet zozeer voortkomt uit de geest van één persoon als wel uit de combinatie van een aantal bronnen. Het is gemakkelijker om de creativiteit te vergroten door dingen in de omgeving te veranderen dan door mensen creatiever te leren denken. Een werkelijke creatieve prestatie is haast nooit het gevolg van een plotseling inzicht, een lichtflits in het donker, maar van jarenlange zware arbeid.Mihaly Csikszentmihalyi in: Creativiteit. Over 'flow', schepping en ontdekking. Vertaald door Henk Moerdijk. Boom, Amsterdam, 1998, blz. 9

Tenslotte nog een paar titels:

John Daido Loori: The Zen of Creativity. Cultivating Your Artistic Life. Ballantine Books, New York, 2005

Guy Claxton: Hazenbrein en Schildpadgeest. Intelligenter worden door minder te denken. Vertaald uit het Engels door Gerda Baardman. Contact, Amsterdam, 1998

Gottlieb Guntern: Het ongelijk van de patrijs. Zeven gouden regels ter bevordering van creativiteit. Vertaald uit het Duits door Walter Verniers. Lannoo, Tielt, 1996

H. Smitskamp, J. te Velde (red.): Het Kreatief Proces. Toepassingen in therapie en onderwijs. Phaedon, Culemborg, 1988

Han Bakker: Creatief Denken. H. Nelissen, Baarn. 1998

TenslotteOver creativiteit in schrijven heb ik het nu nog niet gehad… Ik zal er later nog eens op ingaan in een ander Snipperbericht.

José Franssen(20-1-2013)